Historie Bouwvereniging Woningzorg

De vereniging Bouwvereniging “Woningzorg”  werd op 19 maart 1917 opgericht om te voorzien in de heersende woningnood van ambtenaren. In 1921 werden 66 woningen gebouwd aan de Scharnerweg, Prof. P. Willemsstraat, Meerssenerweg en Prof. Roerschstraat. Een jaar later volgde de woningbouw aan het Thorbeckeplantsoen, de Noormannensingel, Prof. Scholsstraat en Prof. Thomassenstraat. Naast deze 106 woningen in Wyckerveld werden acht woningen aan de Matthias Wijnandsstraat in Sint Maartenspoort gebouwd. Vanaf de Wilhelminabrug zijn deze nog goed te herkennen. De woningen vertonen veel dezelfde stijlkenmerken als onze Woningzorgwoningen, zoals de details van het metselwerk, de oranje daken en de vormgeving van de huizen. Er was bij alledrie de woninggroepen sprake van erfpacht. De groep van acht is in de jaren zeventig van de vorige eeuw verkocht aan de toenmalige huurders. Met de verkoop van de Woningzorghuizen in Wyckerveld werd door de gemeente destijds niet ingestemd, omdat de vooruitzichten voor dit gebied op dat moment niet helder waren.

De locatie in Wyckerveld was niet meteen voor de hand liggend. Er hebben een aantal andere mogelijke locaties de revue gepasseerd, zoals in de wijk Sint Pieter en aan de Tongerseweg. De bouw van de 106 woningen werd deels gesubsidieerd door het Rijk en de gemeente. Er werden verschillende bouwleningen afgesloten en er kwam een regeling met de toenmalige Staatsspoorwegen. Het spoorpersoneel kon daardoor ook gebruik maken van de woningen. Verder werden gelden verkregen door de uitgifte van aandelen. Ook de Spoorwegen namen aandelen. De NS is nog steeds aandeelhouder, evenals een aantal leden. De aandelen worden sinds een aantal jaren niet verder meer uitgegeven.

De bouwvereniging en haar huizen hebben vanaf de oprichting zowel pieken als dalen gekend. Er was vanaf de oprichting veel sprake van leegstand en achterstallige huur. De huurprijzen waren indertijd (dertiger jaren van de vorige eeuw) kennelijk aan de hoge kant. Het archief laat veel huurachterstanden zien, daarnaast was er sprake van leegstand (27 in de groep van 66 in 1937). Door huurders werd zelfs tot in Den Haag getracht huurverlaging te verkrijgen. In en na de Tweede Wereldoorlog waren er de Duitse en vervolgens Amerikaanse soldaten die leegstaande woningen betrokken en beschadigden.

De financiële situatie van de vereniging was door de vermelde leegstand en huurachterstanden verre van rooskleurig. De gemeente moest enkele malen bijspringen in de exploitatietekorten. Door het langzaam verdwijnen van leegstand en huurachterstanden én door een zuinig beheer werden tegen 1968 positieve resultaten bereikt. In de jaren zestig werden aan de woningen verbeteringen en vernieuwingen worden aangebracht. Sommige van deze veranderingen zijn vandaag de dag te betreuren, zoals de verwijdering van karakteristieke elementen aan de binnenzijde van de huizen.

Gezien de zeer sterke gebondenheid aan Rijk en gemeente moest voor alle extra uitgaven toestemming worden verkregen. In 1961/1962 werd vergunning verkregen voor het aanbrengen van moderne keukens en douches zónder huurverhoging. Iets later kwamen nieuwe voordeuren. De huurders kregen ook de mogelijkheid tot het laten plaatsen van een cv-installatie. De overheid bepaalde jaarlijks welk bedrag per jaar en per woning mocht worden uitgegeven aan onderhoudskosten en algemene kosten. In 1962/1963 verdwenen de voortuinen aan de Scharnerweg i.v.m. de aanleg van de spoortunnel. Dit leidde voor de betreffende bewoners tot een huurverlaging.

Eind tachtiger jaren van de vorige eeuw waren alle schulden aan Rijk en gemeente afgelost. De bouwlening was grotendeels terugbetaald. Doordat inmiddels een behoorlijke algemene reserve was opgebouwd werd besloten collectief groot-onderhoud aan de woningen uit te voeren. Dit groot-onderhoud bestond uit het aanbrengen van tochtstrippen aan de buitenzijde, nazien en verbeteren van al het hang- en sluitwerk, het vernieuwen van het binnenbuitenwerk. Daarnaast kregen de huurders de mogelijkheid om voor bepaalde verbeteringen individueel te kiezen, zoals een nieuwe keuken, vloertegels, een tweede toilet, rolluiken, etc. Dit alles ook zonder huurverhoging. Aanleiding voor dit hele gebeuren was onder andere het (valse) gerucht dat de erfpacht niet zou worden verlengd en dat de woningen aan de gemeente zouden toevallen. Zo zou dan toch iets aan de leden/huurders teruggegeven kunnen worden.

Toen echter bleek dat van dit doemscenario op geen enkele wijze sprake was, werd nagedacht over verder behoud van de woningen. De schil van de woningen en de technische voorzieningen als leidingen en elektra waren eveneens dringend aan onderhoud toe. Na het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek werd in 1989/1990 ook hieraan groot-onderhoud uitgevoerd. De kosten werden uit eigen middelen betaald, met daarbij subsidie van gemeente en provincie.

In 1996 is de groep van 66 woningen aangewezen als Rijksmonument. Dit op aanvraag van de gemeente. M.b.t. de erfpacht was een er een langslepende procedure. In beginsel was de erfpacht in de jaren tachtig verlengd, maar de formele afhandeling werd niet geëffectueerd door nalatigheid van de gemeente. Uiteindelijk is de erfpacht in 2010 afgekocht (eeuwigdurende erfpacht).

Het 100-jarig bestaan van de bouwvereniging

Op 19 maart 2017 vierde Bouwvereniging Woningzorg haar 100-jarig bestaan. Een moment om uitvoerig stil te staan bij de vele turbulente, historische gebeurtenissen gedurende de periode 1917 tot 2017.

De oprichting van de bouwvereniging vond plaats toen de Eerste Wereldoorlog nog in volle gang was. De Tweede Wereldoorlog had onmiskenbaar zijn sporen achter gelaten in de straten en woningen van Woningzorg. Maar ook de maatschappelijke ontwikkelingen gedurende de daaropvolgende decennia hebben de vereniging niet onberoerd gelaten.

Wat zou het derhalve mooi zijn indien de vereniging bij gelegenheid van het eeuwfeest in maart 2017 een boek zou kunnen presenteren, waarin het achterliggende centennium niet alleen op historisch verantwoorde, doch ook op luchtige en makkelijk leesbare wijze is beschreven. En waarin interviews met onder meer thans nog levende, hoogbejaarde huurders een prominente plek zouden krijgen. Aldus het grofmazige, verre van uitgewerkt receptuur met ingrediënten, dat het bestuur meegaf aan de auteur van dit boek, Paul Bronzwaer.

Deze zelf in de ‘”Woningzorg-wijk” woonachtige, en binnen de regio Maastricht bekend zijnde auteur/historicus is er vervolgens in geslaagd om de genoemde ingrediënten op smaakvolle wijze met elkaar te combineren en aan de hand van het receptuur een meesterlijk gerecht samen te stellen, dat gezien kan worden als voor-, hoofd- en nagerecht in één. Paul Bronzwaer heeft met volharding en een onuitputtelijk enthousiasme zich verdiept in de talloze bestuursverslagen en andere documenten die zich in het bestuursarchief bevonden, en heeft aan deze veelal “saaie” en “stoffige” teksten een luchtige en ludieke kwinkslag weten te geven, zodat het voorliggende boek niet alleen voor de wijkbewoners, maar ook voor buitenstaanders interessante materie bevat. Het boekwerk met de titel “Honderd jaar ‘Woningzorg’. Het wel en wee van een kleine bouwvereniging” is een prachtig naslagwerk geworden, waarin kennis, feiten en inzichten zijn verwoord die anders wellicht verloren zouden zijn geraakt, maar nu bewaard zijn gebleven voor het nageslacht. De vele anekdotes betrekking hebbend op onze 100-jarige historie zijn een genoegen om te lezen en zijn een bron van lering en vermaak. Het boek is te bestellen tegen een aanschafprijs van € 24,50 door een mail te sturen naar info@bvwoningzorg.nl